De Romeinse groeve, die "Pützlöcher" (Pütz= waterput), is een van de grootste en oudste Romeinse mijn in Duitsland. Hier werd gegraven voor erts. Maar de opbrengst in de tunnels en schachten leek, relatief gezien, te klein, dus na een paar jaar werd de mijn opgegegven ten gunste van een steengroeve. Talrijke loopgraven en gaten, ter afsplijten van voorbewerkt steenblokken, laten een veelheid aan steengroeven-activiteiten vermoeden.

Weet je wat de verbinding tussen de Trierse Porta Nigra, de Keulse Dom en de 'Reichstag' (parlement) in Berlijn is? De stenen zijn allemaal afkomstig uit dezelfde omgeving bij Butzweiler in de buurt van Trier. In de volksmond wordt een Romeinse steengroeve 'Pützlöcher' genoemd, hier werden grote brokken uit de rotsen geslagen voor de bouw van de Porta Nigra. Vroeger werd hier kopererts gewonnen. Negen diepe schachten zijn hier nog altijd getuige van. Laat je rondleiden door een lid van de heemkundevereniging!

Tegenwoordig is er niet meer veel te zien van de winning van stenen. De 'Pützlöcher' liggen in een mooi bosgebied dat door zijn gevarieerde wandelpaden kan worden bezocht. Een ervan is etappe 15 van de Eifelsteig van Kordel naar Trier en door het ongeveer 9 km lange premium wandelpad 'Römerpfad'. Startpunten van het 'Römerpfad' zijn de parkeerplaats onder de burchtruïne bij Kordel en de parkeerplaats 'Ramsteiner Weg' bij Butzweiler. Laatsgenoemde ligt dichterbij de 'Pützlöcher'. Andere stations van de rondlopende route zijn de Romeinse 'Langmauer', de burcht Ramstein, de Genoveva- en Klausen-grot evenals de hangbruggen in het wild-romantische Butzerbach-dal.

Een station van de straten van de Romeinen.