Zehntscheune Lüxem
Wittlich
Tiendschuren en kloosterschuren bestonden al in de vroege middeleeuwen. Ze werden gebruikt als opslagplaatsen voor het ontvangen en opslaan van de natuurlijke belasting, de "tienden". In Lüxem traden de graven van Manderscheid op als rentmeester van de abdij St Maximin in Trier en inden de tienden voor de monniken.
De tiendenheren lieten de grote tiendschuren bouwen waar de heffingen in natura het best en veiligst konden worden geïnd en opgeslagen, bijvoorbeeld in een tiendendorp. In veel gevallen waren de tiendenschuren na of zelfs vóór de kerk de grootste gebouwen in het dorp, niet alleen omdat er aanzienlijke hoeveelheden verschillende belastingen in natura in moesten worden opgeslagen, maar ook omdat ze de machtsaanspraak van de lokale tiendenheren demonstreerden. In hun architectonische diversiteit weerspiegelen tiendenschuren regionale en historische verschillen in bouwstijl en materiaal, evenals de verschillende economische macht van hun bouwers. Bewaarde tiendenschuren staan nu vaak op de monumentenlijst. In Lüxem bijvoorbeeld was de brandweer, die in 1907 werd opgericht, lange tijd gehuisvest in de voormalige tiendschuur.
Impressionen
Kontakt
Dorfverein Lüxem e.V.
Im Bungert 15
Wittlich-Lüxem